Opruimen met het hele gezin kan voelen als een strijd die nooit ophoudt. Je begint vol goede moed, denkt: “nu gaan we het anders doen”, maar na een uur vliegen de spullen weer door het huis. Klinkt herkenbaar? Nou, ik heb een paar lifehacks die misschien niet volledig revolutionair zijn — maar wel verrassend leuk maken wat normaal zo’n klus is.
1. De 5-minutenspurt: sneller dan je denkt
Mijn buurvrouw vertelde laatst over deze truc: zet een timer op 5 minuten en daag het hele gezin uit om zoveel mogelijk spullen weg te leggen of te ordenen. Het klinkt simpel, maar het werkt echt. Mensen zetten net wat meer door — vooral kinderen vinden het vaak een soort spel en vergeten dat het ‘moeten’ is. En ja, soms voelt het alsof je net begonnen bent, maar je hebt echt iets gedaan.
2. Maak opruimen visueel met gekleurde manden
We hebben bij ons thuis manden in verschillende kleuren: rood, blauw, groen. Ieder gezinslid krijgt een kleur, en die moeten hun spullen verzamelen en in de juiste mand stoppen. Werkt vooral goed wanneer het tijd is om te dag af te sluiten, en voorkomt eindeloze discussies over “waar hoort dit nou eigenlijk?”. Misschien klinkt het kinderachtig, maar het scheelt echt veel irritatie.
3. Speel opruimen uit als een mini-wedstrijd
Een collega vertelde dat hun gezin een wekelijkse opruimwedstrijd doet: wie het snelst zijn kamer opruimt, mag iets kiezen voor het weekend. Klinkt als een simpele beloning, maar het zet kinderen echt in beweging én geeft ze een gevoel van verantwoordelijkheid. Zelf ben ik niet altijd fan van beloningen, maar in dit geval werkt het – en het geeft iedereen iets om naar uit te kijken.
4. Maak het routine, maar wissel af
Opruimen alleen maar iets van een plicht maken — dat werkt zelden op lange termijn. Bij ons is er vaste opruimtijd na het eten, maar soms wisselen we het af met een gezamenlijke buitenactiviteit als beloning, of een keer in de week ‘vrij’ opruimen, waar je gewoon lekker kunt horen wat je wilt, en de meubels verplaatsen bijvoorbeeld. het breekt de sleur en maakt het minder saai.
5. Laat kinderen meebeslissen
Vaak praten we over opruimen alsof het een last is die over je heen komt. Maar mijn zoon uit Amsterdam zei laatst iets interessants: ‘Waarom mogen wij niet zeggen wat we wel en niet willen opruimen?’ Sindsdien betrekken we ze bij het bepalen van regels — niet alles, maar kleine dingen zoals waar speelgoed ligt, of welke plekken schoon moeten blijven. Dat merk je aan de houding: minder gezeur, meer samenwerking.
Bonus: Gebruik lokale opruimhulpmiddelen
In winkels als HEMA of Blokker vind je vaak handige en betaalbare opbergsystemen. Bijvoorbeeld stapelbare dozen met deurtjes of transparante bakken waar je snel iets in kunt gooien zonder het perfect te hoeven organiseren. Het klinkt als een detail, maar zo’n kleine investering maakt het thuis direct overzichtelijker. Volgens mijn moeder werkt dat beter dan dure design-oplossingen die je toch niet gebruikt.
In ons chatgroepje op WhatsApp doken deze tips ineens overal op — het lijkt dat we allemaal worstelen met hetzelfde ding. Misschien werkt het voor jou ook? Probeer een of twee hacks uit en kijk wat het met de sfeer thuis doet. En als je nog gekkere, handigere ideeën hebt, deel ze gerust hieronder of in je eigen gezin. In ieder geval, opruimen hoeft niet altijd een drama te zijn — in het beste geval is het zelfs … oké, leuk.