We kennen het allemaal: je dag zit vol plannen, maar aan het eind heb je het gevoel dat er bijna niets is afgevinkt. Herkenbaar? Terwijl ik dacht dat ik gewoon niet zo productief was, ontdekte ik een paar simpele manieren die écht helpen om meer te doen – zonder mezelf helemaal gek te maken. Misschien werkt het ook voor jou, al weet ik het niet helemaal zeker.
Waarom productivity hacks vaak niet werken
Er is een trend om ‘productiviteit te optimaliseren’ met gigantische to-do lijstjes, apps waar je je leven in moet bijhouden, of speciale meditatie-oefeningen. In ons land, zeker in steden als Amsterdam of Utrecht, zie ik veel mensen die zich hierdoor juist drukker en gestresster voelen. Mijn buurman zei laatst dat hij daardoor juist minder is gaan doen – omdat hij het overzicht kwijt raakte.
Het probleem is vaak: deze trucs zijn te ingewikkeld of passen niet bij jouw dagelijks leven. Of je nu thuis werkt in Rotterdam of onderweg bent in Groningen, je moet flexibel zijn.
Eenvoudige strategie 1: werk met korte blokken
Misschien klinkt dit als iets uit een managementboek, maar het werkt: pak 25 minuten ononderbroken werken, daarop volgt 5 minuten pauze. De timer aanzetten is niet gek en helpt je focus te trainen – al zat ik er eerst op mijn telefoon te gluren in die pauzes. Deze techniek, ook wel Pomodoro genoemd, gebruik ik nu bijna dagelijks. Vooral als ik schrijf of mailtjes beantwoord, merk ik dat ik veel beter doorloop.
Eenvoudige strategie 2: begin je dag met de belangrijkste taak
Ik hoorde dit laatst via een podcast, en heb het meteen geprobeerd. Het is zo makkelijk: werk niet eerst al die kleine klusjes af, maar kies één taak die écht belangrijk is – groot of klein. Voor mij was dat bijvoorbeeld het maken van een planning voor de week, in plaats van 20 minuten rommelen met social media. Mijn collega zei dat hij zo zijn stress vermindert, al denk ik dat het bij iedereen anders ligt.
Eenvoudige strategie 3: beperk afleidingen – of toch niet?
Nu komt iets wat tegenstrijdig klinkt: soms helpt het om je telefoon gewoon naast je neer te leggen, maar soms juist open te houden. Mijn ervaring is dat het afhangt van je stemming en omgeving. Werken in een koffietentje in Den Haag werkt anders dan thuis op je zolderkamer. Dus werp niet meteen je telefoon weg, maar experimenteer ermee.
Bonusadvies: wees geen robot
Dit klinkt misschien banaal, maar erg belangrijk: geef jezelf ruimte voor fouten en pauzes. Mijn moeder zei altijd: “Een mens is geen machine.” Dat blijft waar. Druk zijn is niet hetzelfde als productief zijn. Soms lijkt het alsof je moet rennen om mee te komen, maar een adempauze kan wonderen doen.
Dus, hoe nu verder?
In ons digitale tijdperk vol prikkels is het lastig om écht gefocust te blijven. Maar deze simpele tools helpen – al moet je ze aanpassen aan jezelf en je situatie in Nederland. Probeer de 25-minuten regel, begin je dag met één belangrijk ding, speel met afleidingen. En misschien is minder écht soms meer. in ieder geval, dat is mijn ervaring. Jij trouwens ook?
Vertel eens: welke strategie past bij jou? Of heb je nog een gouden tip? Deel het hieronder — ik ben benieuwd wat jullie in onze Nederlandse praktijk ervan vinden!