Wonen in een knusse, maar kleine woning — wie heeft daar nou niet mee te maken in de randstad of andere drukke plekken? Het is een uitdaging om zo min mogelijk ruimte optimaal te benutten, vooral als je geen uitbreidingsopties hebt. Maar hey, soms zijn het juist de kleine trucs die het meest schelen. Ik probeerde een paar lifehacks uit en was best verrast door de effecten. Misschien werkt het bij jou ook wel, of misschien niet helemaal — wie zal het zeggen.
1. Licht en kleur: oude bekenden, maar niet te onderschatten
Je buurman zegt altijd “licht maakt ruimte”, en dat is niet voor niets. Kies voor lichte, neutrale kleuren op je muren en meubels. Wit is natuurlijk het veiligst, maar een zachte tint blauw of groen werkt ook, zeker als je weinig daglicht hebt. Kleine tip: glanzende verf weerkaatst meer licht dan mat, maar dat kan ook snel goedkoop lijken. Dus een beetje gedoseerd gebruiken.
2. Spiegels als ruimte-vergroters
Spiegels zijn zo’n oud trucje dat blijkbaar nooit oud wordt. Hang een grote spiegel op een strategische plek, bijvoorbeeld tegenover een raam. Daardoor wordt daglicht gereflecteerd en krijg je meteen een veel ruimtelijker gevoel. Mijn collega vertelde dat zij zo een piepklein halletje optisch heeft verdubbeld — klinkt te mooi om waar te zijn, maar misschien werkt het ook bij jou.
3. Meubels met dubbele functie
Probeer meubels te vinden die je twee keer kunt gebruiken. Een slaapbank voor de logees, een salontafel met opbergruimte of een krukje dat ook dienstdoet als ladekastje. Ik kocht een eettafel met uitschuifblad van Ikea — niks bijzonders, maar mijn huis voelt er veel praktischer door. En die extra zitplaats is zekers welkom. In Amsterdam is dit soort meubels sowieso een must.
4. Verticale ruimte benutten
Het klinkt logisch, maar toch vergeet ik het vaak: gebruik je muren zo hoog mogelijk. Wandplanken en zwevende kasten helpen om spullen kwijt te raken zonder vloeroppervlakte op te slokken. Mensen in onze buurt maken er een sport van. Zelf ben ik nog aan het experimenteren met hangende planten — ziet er leuk uit en neemt geen plek in op de grond, al kost het eventjes wat moeite om de juiste plek te vinden.
5. Houd het opgeruimd (ja, dat blijft lastig)
Misschien cliché, maar rommel maakt elk huis kleiner. Ik heb gemerkt: zelfs kleine spullen kun je beter sorteren. Investeer in mandjes, doosjes, bakjes — geeft een rustiger beeld dan allemaal losse spullen. Mocht je ooit een thuiswerkplek willen, dan scheelt dat enorm in concentratie en ruimte.
Bonus: denk aan lichtgewicht en transparante materialen
Tot slot nog iets waarvan ik niet zeker weet of het voor iedereen werkt, maar het is mijn ervaring: kies meubels van lichtgewicht of transparant materiaal. Een glazen of plexiglas tafel bijvoorbeeld, blijft visueel bijna onzichtbaar. Dat scheelt echt in een kleine ruimte, waar elk stuk zwaar meubilair bijna een muur wordt.
Probeer het zelf!
Dus, heb je een klein huis of appartement en wil je het groter laten lijken? Begin met één tip, misschien die spiegel of het gebruik van lichte kleuren. Let op het licht, speel met meubels en vergeet vooral niet om af en toe op te ruimen, ook al is dat soms een gedoe. Wil je meer weten? Laat een reactie achter of deel je eigen tips — ik ben benieuwd wat bij jou werkt of juist niet. En wie weet komt er nog meer handige input voorbij. In ieder geval, succes met het groter maken van je kleine plekje!