Ken je dat gevoel als je in de koelkast kijkt en denkt: “Wat moet ik in hemelsnaam met die vergeten restjes?” Mijn buurvrouw zei laatst dat ze soms bijna een dag besteedt aan bedenken wat ze met overgebleven aardappels moet doen. Herkenbaar! Maar serieus, restjes kunnen je beste vriend zijn in de keuken – als je weet hoe.
En nee, het gaat niet om ingewikkelde recepten of uren in de weer zijn. Dit is praktisch, snel en soms zelfs een tikkeltje creatief. misschien zit er een flinke troef verscholen in alles wat je voor straf dacht weg te gooien.
Waarom restjes weggooien zonde is (en niet alleen voor je portemonnee)
Even eerlijk: hoeveel voedsel gooi jij per week weg? In Nederland is dat gemiddeld zo’n 34 kilo per persoon per jaar. Bij mij thuis was dat vroeger niet anders – pakten we een maaltijd, aten we te weinig of raakte het vergeten. Vooral met verse producten is dat jammer, want het is niet alleen geldverspilling, maar ook slecht voor het milieu.
Bovendien kan je met restjes lekker variëren zonder supermarkttripjes. Een collega vertelde mij eens dat ze haar lunch vaak bouwt rondom overgebleven groenten en net zo’n gezonde dagschotel in elkaar flanst. Gaaf toch?
Hoe pak je het slim aan? Drie simpele strategieën voor restjes
- Versnipper en vries in: Hak groenten, kook ze licht voor, pak ze per portie in en stop ze in de vriezer. “Handig voor spontane soepen of roerbak.” Zo voorkom je verspilling en bespaar je ineens tijd op drukke dagen.
- Mix & match nieuwe gerechten: Een restje kip, wat aardappels, een paar wortels? Alles in een ovenschotel met wat kruiden en een flinke scheut olijfolie. Simpel, voedzaam en vaak verrassend lekker. Mijn moeder zweert erbij, zegt dat je zo elke dag iets nieuws hebt, zonder blauwdruk of stress.
- Restjes als smaakmakers: Bijvoorbeeld een beetje gebakken ui in een omelet, of overgebleven kruiden en kaas door je salade. Klinkt simpel, maar maakt enorm verschil voor de smaak – en het is meteen een win tegen saaiheid in je gerecht.
Valkuilen: waar let je op met restjes?
Belangrijk om te checken of je restjes nog goed zijn. Soms is het verleidelijk “wel effe snel” op te eten, maar bedenk even:
- Ruik: ruikt het fris en licht zurig? Weg ermee.
(Niet iets wat je wilt riskeren, toch?) - Kijk: veranderde kleur of slijmerigheid is een waarschuwing.
- Bewaar: sowieso niet langer dan 3 dagen in de koelkast.
En ik hoor je denken: “Maar wat als ik te weinig tijd heb?” Nou, zo’n restje in de vriezer houdt het prima een paar weken uit. Dus alleen af en toe even checken en dan een nieuw gerecht plannen kan al een wereld van verschil maken.
Een kleine maar fijne tip om meteen mee te nemen
Probeer een “restjesschaal” in je koelkast te houden – een bakje waar je kleine overgebleven etenswaren in doet. Aan het einde van de week smaakt zo’n schaal vaak verrassend goed door alle smaken die daar samenkomen.
Of ik nu superchef ben? Nee hoor. Maar met deze simpele gewoontes scheelt het mij flink wat stress en rommel in de keuken. Misschien werkt het voor jou ook. Probeer anders volgende keer eens iets met die restjes te doen voordat ze de prullenbak ingaan – wie weet word je nog verrast.
In ons chatgroepje werd laatst nog besproken dat bewust met restjes omgaan niet alleen geld scheelt, maar ook voor verrassende recepten zorgt. Dus, heb jij een slimme restjesshack? Deel het hieronder, ik ben benieuwd!
kortom, weggooien is zo passé. Probeer het eens anders — koken hoeft niet perfect te zijn om lekker te zijn.