Woon je in een klein appartement in Amsterdam of een knus studiootje in Rotterdam? Dan ken je ‘m vast wel: het gevoel dat je spullen al snel te veel lijken, terwijl je eigenlijk best wat ruimte zou willen. Ik ben zelf geen fan van dat overvolle gevoel, maar tegelijkertijd had ik nooit gedacht dat een paar slimme trucs het zo konden veranderen. Dus, hoe haal je nou écht alles uit zo’n beperkte plek? In dit artikel deel ik wat tips die ik zelf heb getest — misschien werkt het voor jou ook, misschien ook niet helemaal, maar in ieder geval wel de moeite waard.
1. Kies multifunctionele meubels
Dit is bijna een cliché-tip, maar het blijft effectief. Denk aan een slaapbank die overdag dienstdoet als bank, of een uitschuifbare eettafel die je kunt aanpassen aan het aantal gasten. Ik vond bijvoorbeeld een klein tafeltje bij Leen Bakker dat ook als opbergruimte fungeert — ideaal voor mijn kleine woonkamer in Utrecht. Soms lijkt het zoeken naar dat ene meubelstuk eindeloos, maar als je iets vindt dat je spullen ‘verbergt’ én een functie heeft, maakt dat het leven zoveel makkelijker.
2. Verticale ruimte is je beste vriend
Toen ik verhuisde naar mijn huidige studio, dacht ik dat plafondhoogte vooral esthetisch was. Maar het gebruik van hoge kasten en planken gaf me letterlijk meer ademruimte. Je kunt ook planten aan haken ophangen of wandrekken plaatsen. Mijn buurman in Amersfoort gebruikt zelfs een oude ladder als boekenplank — ziet er tof uit en neemt geen vloerruimte in!
3. Minimaliseer en organiseer zoals een pro
Ja, het klinkt simpel maar zo makkelijk is het vaak niet. M’n moeder zei altijd: “hou alleen wat je echt nodig hebt of echt leuk vindt.” Misschien ten nadele van mijn verzameling boeken, maar het werkt wel. Je kunt beginnen met één kast of lade: alles eruit, sorteren, weggooien, schenken. Daarna komt het leukste: alles netjes terugplaatsen in opbergdozen, manden of vakken. Bonus: labelen helpt echt — ik weet nooit precies waar iets ligt, maar sinds kort heb ik daar minder last van.
4. Speel met licht en kleuren
Licht kan ruimte maken of juist kleiner laten lijken — dat heb ik gemerkt toen ik de lampen in mijn slaapkamer vervangen heb door warm-witte LED’s. Ook lichte kleuren op de muren reflecteren het daglicht beter. Een collega vertelde me dat hij bewust heldere gordijnen hangt in zijn Delftse appartement, zodat hij die hele dag dat fijne buitenlicht binnenkrijgt. Donkere muren? Dat kan prima, maar ik zou dan aanraden om het te combineren met veel licht en spiegels.
5. Maak zones zonder wanden
In een kleine ruimte werkt zo’n ‘zone’ indeling goed. Bijvoorbeeld een vloerkleed dat het woon- van het slaapgedeelte scheidt, of een boekenkast die dienstdoet als roomdivider. Zelf gebruikte ik laatst een gordijn — zo’n simpele truc maar wel effectief, vooral als je soms écht behoefte hebt aan wat privacy of een rustige hoek.
In het kort: kleine ruimte hoeft niet te betekenen dat je er klem in zit. Met een beetje creativiteit en flink wat opruimen kun je er een fijne, slimme plek van maken. Misschien klinkt het allemaal wat bekend, maar al deze tips samen écht toepassen — dat is toch weer een ander verhaal. Dus, wil je het eens proberen? Schrijf hieronder wat jouw grootste uitdaging is in een kleine woonruimte, ik ben benieuwd!