Je kent het wel — dat gevoel dat je *eigenlijk* moet beginnen aan je klus, maar je blijft hangen op sociale media, kopje koffie na kopje koffie inschenken en ondertussen verzinnen waarom het later beter is. Uitstelgedrag is een hardnekkige vijand, maar misschien zit je fout te zoeken naar de oplossing. Want soms zijn het niet de standaard tips die helpen, maar juist die kleine, onverwachte trucjes die het verschil maken.
1. Zet je innerlijke criticus op mute
Nee, streng voor jezelf zijn helpt vaak niet. Mijn collega vertelde laatst dat hij besloot z’n innerlijke stem even te negeren — die stem die altijd roept: “Je kunt dit toch niet, wat een gedoe.” Het klinkt gek, maar zodra hij daar niet meer naar luisterde, begon hij plotseling stukken vrolijker en efficiënter te werken. Misschien is het niet dat je geen zin hebt, maar dat je bang bent om iets niet perfect te doen. Probeer die kritiek gewoon te parkeren — al is het voor een kwartiertje.
2. Maak je to-do een *anti lijst*
In plaats van een ellenlange to-do lijst die je alleen maar ontmoedigt, schrijf je dingen op die je juist beslist níet gaat doen vandaag. Bijvoorbeeld: “Vandaag geen WhatsApp scrollen,” of “Geen serie kijken voor 18:00.” Het is maf, ik weet het, maar doordat je focust op het vermijden van afleidingen, ben je efficiënter met de echte taken. Mijn buurman zwoer erbij — en hij heeft eindelijk z’n zolder opgeruimd, maanden later dan gepland.
3. Gebruik een ‘mini-deadline’ in je agenda
Een einddatum klink misschien groot en ver weg, maar een mini-deadline? Die voelt haast haalbaar. Ik zet vaak een alarm in m’n telefoon waarom ik binnen bijvoorbeeld 15 minuten een begin moet maken, niet klaar zijn. Dat kleine duwtje blijkt soms genoeg om te starten. Het schept net even die druk die je nodig hebt — geen stress, maar een tikje urgentie.
4. Wissel werken af met iets fysieks
Vroeger zat ik uren achter m’n bureau — en werd ik alleen maar vermoeider. Sinds een paar maanden doe ik na elk halfuur werken iets actiefs: een minuutje springen, stretch oefeningen of gewoon even naar buiten voor een frisse neus. Volgens onderzoek (dat ik ergens gelezen heb, maar ik vergeet steeds de bron) helpt dat je brein om beter te blijven focussen. Tenzij je dat natuurlijk niet leuk vindt — dan is het gewoon een excuus om niet te zitten!
5. Beloon jezelf onverwacht
Je kent vast de standaard beloningsmethode: “Na dit stuk mag ik pauze.” Maar wat als je die beloning juist onverwacht weggeeft? Vorige week had ik ineens zin in een aflevering van m’n favoriete serie — maar alleen als ik iets af had. En toen begon ik opeens sneller te werken zonder het feitelijk te plannen. Misschien is het de verrassing die werkt, of gewoon dat het fijn is om jezelf te verrassen. Hoe dan ook — het werkt anders dan anders.
Uitstelgedrag is lastig, maar niet onoverkomelijk. Wie weet helpt één van deze tips jou net dat zetje te geven — al twijfel ik of ze iedereen zo goed helpen. In ieder geval, als je ze uitprobeert, laat even weten wat je ervan vindt. Misschien weet jij ook nog iets onverwachts wat ik over het hoofd heb gezien?
In ieder geval, zet ‘m op — en vergeet niet dat het oké is om soms gewoon niet productief te zijn. in de chaos zit soms ook wel rust…